Albanië 2001
Verslag Tournee Albanië
6–12
december 2001
6 december
De bus van Meatball & van de Camp Circustheater op de parkeerplaats
van Schiphol achtergelaten en met al onze spullen naar binnen:
het halve decor van de voorstelling, onze handbagage en de
circusmaterialen. Voor de derde keer waren we op weg naar het
Internationale Theaterfestival
Skampa in Albanië. We: Piet van de Camp en Janpier Knaapen,
de spelers, Vivienne Janssen, de nieuwe technica en mijn
persoon, Giel van Dam van Theaterbureau Giel van Dam.
Het
vertrek leek in eerste instantie voorspoedig te verlopen.
Totdat … alles op de weegschaal moest. De vorige keer konden
we aantal zware (stalen) onderdelen als handbagage meenemen.
Daardoor viel het overgewicht toen mee. In verband met de aanslagen
in de VS kon dat logischerwijs niet meer. Daarom moesten we in
de duizenden guldens bijbetalen. Natuurlijk besloten we een deel
van het materiaal achter te laten en terug te brengen naar de
bus. Alsnog nieuw kopen in Albanië was veel goedkoper.
Daarnaast belde ik met de MALEV of er op het laatste moment
wat te regelen
viel (bedankt voor de tip, Richard) en we hoefden slechts
de helft van het overgewicht af te rekenen!
Gelukkig deze keer in één keer zonder problemen
naar Tirana. Ook de aankomst liep op rolletjes, alle bagage
was er. Luty, die weer voor ons zou vertalen en haar vader,
Baskim,
onze chauffeur, stonden te wachten en verwelkomden ons hartelijk.
Wij voelden ons dan ook meteen thuis komen.
We namen Vivienne even op sleeptouw. Zij werd overdonderd
door de vele indrukken van de armoede die dit land nog steeds
in
de ban houdt. Albanië is het armste land van Europa
en de tijd van Hoxa, het piramidespel en de oorlog in Kosovo
zijn
natuurlijk
nog heel dicht bij.
Op naar het theater waar het welkom, zoals verwacht, warm
was. Er waren meer bekenden van ons dan we ons realiseerden.
Adonis
Filipi, de artistiek leider, onze grote vriend vertelde dat
hij bezig is een eigen bedrijf op te zetten gezien de nieuwe
koers
van het theater. Eduard Çala, de poppenspeler vertelde
trots dat zijn nieuwe geluidsinstallatie functioneert, maar
zijn dak nog steeds lekt.
Om zeven uur keken we naar de eerste voorstelling van de
Roemeense groep Teatri Municipal “Ariel” met “4 encounters” van
Eugenio Ionescu. Een erg absurdistische voorstelling waarbij
alle lichten in de zaal en op het podium aanbleven. Later
bleek dat ze eigenlijk in de hal hadden willen spelen maar
die was
te klein. Dat had erg mooi binnen het thema van het festival
gepast: combinatie van theatertechnieken.
Toen naar het hotel “Kriva”. Wederom hartelijke
ontvangst maar helaas geen water en natuurlijk viel de stroom
uit. Koud.
Dat bleef het ook de hele week. In jaren was de kou niet
zo vroeg ingevallen.
7 december 2001
Gelukkig was er water, dus we konden de dag beginnen met
een frisse douche. Een vluchtige blik op de kinderboerderij
achter
het hotel “Kriva” toonde de goede kant van de eigenaren.
Echt leuk om te zien dat daar pauwen, eenden, papegaaien goed
verzorgd in een parkje rondliepen. Het parkje is vernoemd naar
onze Utrechtse “Nijntje”: Mifit.
Snel naar het theater waar we net op tijd aankwamen: ik zou
een verhaal houden over Theatermanagement. Natuurlijk zaten
alle
bekenden weer klaar. Zoals alle prominente artiesten maar
gelukkig ook mensen die betrokken zijn bij de andere kant
van de theaterpraktijk.
Zoals altijd was de sfeer onrustig. Mobiele telefoons gingen
af, mensen praatten erdoor heen maar er was ook echt veel
aandacht. Dat bleek ook in de loop van de week toen ik vele
malen werd
aangesproken op details uit mijn verhaal.
Het verhaal ging eigenlijk gewoon over de Nederlandse dagelijkse
praktijk van premières aankondigen, pers uitnodigen,
kontakten met de theaters en andere uitkopers en bellen,
veel bellen. Dit
omlijst met voorbeelden over theaters, festivals en culturele
vorming op scholen. Ook vertelde hij over budgetten en waar
die vandaan komen. Over gesponsorde zalen in theaters, gesponsorde
festivals, etc. Echt iets om nog eens uitgebreider met een
kleinere
groep over door te praten.
Om 11 uur gingen we kijken naar “Theatre company of the
Peja” met “The desireable passion of borning” van
Alen Cooper. Door deze theatergroep neergezet als een enorme
klucht. Doordat wij het moesten doen met enkele vertaalde
aanwijzingen maakte deze voorstelling geen indruk.
Na de voorstelling stond Ligor Shaka opeens voor me. Hij
is de sportleraar van Skholla 8-Vjecare "Sulë Misiri".
Op deze school brachten we in december 2000 circusmaterialen
waarmee wij aansloten op de circustraditie die deze school
tot 1991 had. Zij begonnen een kindercircus op te zetten
en kwamen
in april 2001 met zes kinderen naar Nederland. Het bezoek
in Nederland was voor ons een teleurstelling omdat wij veel
energie
gestoken hadden in het verzorgen van een leuke circus week
voor tien kinderen terwijl hun begeleiders meer uit leken
te zijn
op een vakantie in het vrije westen.
Nu hij opeens voor me stond schrok ik ook even. Zijn reactie
was daar ook naar: “Ik dacht dat jullie deze week op onze
school zouden komen en nu ben je al een halve dag hier en hebben
we je nog niet gezien. Kom je NU mee?” Deze dwingende houding
van hem kende ik inmiddels dus ik was er niet van onder de indruk.
Aan de andere kant vond ik het wel leuk dat hij ons blijkbaar
graag wilde laten zien wat de kinderen geleerd hadden. En wij
moesten toch naar de school om daar een éénwieler
en een stalen buis van de koorddansinstallatie op te halen.
Er ontstond verwarring. Adonis wilde met z’n allen
naar de school gaan. Wij wilden dit niet omdat we daar dan
uren
zouden zijn en daar was geen tijd voor. De voorstelling van
morgen moest
voorbereid worden.
Ik ging met Ligor naar de school. Piet van de Camp en Janpier
Knaapen met Dimitri, een Albanese acteur, een tekst inoefenen.
Op de school aangekomen bleken daar 24 kinderen echt enorme
vooruitgang geboekt te hebben. Ik werd daar heel enthousiast
van. Heel de
april-ervaring verdween naar de achtergrond. Hiervoor hadden
we het gedaan: plezier in circus door Albanese kinderen.
Ze hadden hard geleerd en echt technieken onder de knie gekregen.
Wel zag ik dat ze vooral technisch bezig waren en niet zo
erg op de sfeer. Applaus halen is al iets wat helemaal niet
in
beeld komt. Dit past erg bij Ligor: pas als het perfect is
mag je het
tonen. Jammer vind ik, want daarmee gaat een deel van de
lol verloren. Is dit Albanees, is dit Ligor, moeten wij proberen
er een draai aan te geven? Ik weet het nog niet. eerst maar
op z’n beloop laten.
Ik gaf even aandacht aan de kinderen, haalde de buis uit
het apparaat en verdween weer snel met de afspraak dat we
maandag
terug zouden komen. En natuurlijk nodigde ik hem en alle
andere volwassenen en kinderen uit om naar onze voorstelling
morgen
te komen kijken.
Onderweg terug naar het theater moest ik nog twee fietswielen
lenen ergens. Baskim zei dat hij niet wist waar. Totdat hij
opeens allerlei achteraf straatjes doorreed en bij een neef
die fietsenmaker
is, terecht kwam. Nee, die had ook geen wielen. Maar ik zag
ze hangen. Toen snapte ik het weer: de Albanezen kunnen geen
tweede
hands wiel uitlenen. Dat is niet mooi genoeg. Dus ik zei
dat dat precies was wat ik zocht. Toen kon ik ze lenen.
Ik nodigde hem ook uit bij de voorstelling maar natuurlijk
kon hij niet. Hij vroeg of zijn dochters van 13 en 18 mochten
komen,
ik zei ja. Ik weet niet of ze geweest zijn.
Terug naar het theater waar Piet, Janpier en Dimitri hard
aan het oefenen waren. Het ging daar prima.
Rrapush Kabashi, de decorbouwer van het theater ging daarna
met ons sleutelen. Er moest van alles gebouwd worden. Een
deel had
hij aan de hand van tekeningen die we opgestuurd hadden al
klaar. Net als vorig jaar tot in details goed nagemaakt!
Maar daarmee
niet altijd functioneel. De statieven te wankel, de loopplank
had een foute onderkant, de kist moest voorzien worden van
een tree. Maar heerlijk om met hem te werken, zodra hij snapte
wat
we bedoelden knutselde hij het in enkele minuten in elkaar
met slechts een cirkelzaag, een hamer en wat spijkers en
veel, erg
veel afvalhout.
Toen was het tijd voor de avondvoorstelling. Het Nationaal
Theater van Prestina speelde “Dog’s dream” van
Mehmet Kraja. Imponerend spel in een gevangenis. Voor ons
natuurlijk onverstaanbaar maar toch de voorstelling helemaal
af gezien
Aan
de reacties merkte je ook de inhoudelijke herkenning. Toch
erg belangrijk dat theater hier ook een functie heeft als
verwerking. Veel stukken blijken toch een verband te hebben
met de actuele
politieke situatie.
Na de voorstelling konden wij op het podium gaan opbouwen.
Dan de verwarring. In het theater is er iemand voor het achterdoek,
iemand voor het geluid, iemand voor het decor, en zo verder.
Maar samenwerken kunnen ze niet. Dus eerst moest het achterdoek
gehangen en dan pas het licht. Maar wij wilden tegenlicht.
Dus het achterdoek moest zo komen dat er in het grit ook
tegenlicht kon. Het is ons niet gelukt dit uit te leggen.
Dus uiteindelijk
moest toch echt eerst het achterdoek. Later bleek daardoor
inderdaad
tegenlicht niet mogelijk!
Alles ging voortvarend behalve het koord. De buis bleek niet
te passen. Ik legde een noodverband maar bij echt strak spannen
bleek het toch te slap. We besloten de volgende ochtend een
andere buis te kopen.
Ondertussen was Vivienne Janssen met Nico, de lichttechnicus,
hard aan het werk. Zij klaagde dat het zo traag ging. Per
kwartier een lamp. Ik zei niets omdat ik het eerste jaar
het licht had
gedaan. Mijn ervaring was dat als Nico maar snapte wat de
bedoeling was, dit ook heel snel kon gaan. En inderdaad waren
rond 11
uur alle lampen gesteld en konden we naar het hotel.
Daar kregen we salade en brood en doken moe maar tevreden
na deze volle dag in bed.
8 december 2001
De grote dag. Vanochtend om 11 uur zouden we klaar moeten
zijn om “Oidipoes – De koning heeft het gedaan” in
het Albanees, Engels en Nederlands te kunnen spelen. Hard
aan de slag dus.
Allereerst achter de nieuwe buis aan. Gelukkig vonden we
die direct. Door naar het theater. Gauw de buis passen want
dit
was het cruciale deel van de voorstelling. Helaas. De buis
bleek
onder de spanning krom te gaan staan. De dunne wand is de
schuldige. Wat nu. Zonder koord geen voorstelling. Ik ging
met de beide
buizen en drie Albanezen op weg om een oplossing te zoeken.
Allereerst naar de tuin van een van hen. De mandarijnbomen
daar worden door
buizen ondersteund. Waren die goed? Nee helaas ook de verkeerde
maat, anders waren ze zo voor ons onder de boom uitgehaald,
wat een ondersteuning! Ik kreeg een arm vol mandarijntjes
en we vertrokken
weer.
Na enig zoeken kwamen we bij een autogeen lasser. We besloten
van de dunne buis 30 centimeter af te zagen en daarmee de
dikke buis te verlengen. Aldus gebeurde en ik keek toe. Ik
had er
geen vertrouwen in. Als hier spanning op zou komen, dan zou
de buis
net naast de las gaan verbuigen. Mijn HTS-opleiding van lang
geleden gaf mij deze veronderstelling. Ik zei dat ze er nog
een hoekprofiel langs moesten lassen. Dit gebeurde. Terug
naar het
theater en weer passen. Het was in orde!
Piet en Janpier waren al bijna geschminkt, Dimitri was aanwezig,
Vivienne was de laatste lichtstanden aan het uitwerken met
Nico dus alles leek klaar voor een goede voorstelling.
Zoals aangekondigd volgde nu dan Circusteatre Meatball Utreht-Hallnde
met “Edipi Mbret”.
Een zware voorstelling om te spelen door de omstandigheden.
Drie talen tegelijk, gebrekkig decor en een onrustige zaal
net als
bij alle andere voorstellingen hier. Veel mobiele telefoons,
veel gepraat en geschuif. Ook de spelers vonden het zwaar
Voor de kenner was te zien dat ze niet echt in hun ritme
zaten, Janpier was de tweede helft helemaal uit zijn concentratie
vertelde hij later. Maar het enthousiasme in de zaal was
te
voelen, de
reacties achteraf waren navenant. De combinatie van circus
en theater deed het ook nu weer goed. Men leefde mee met
het fysieke
spel. Men genoot van het contact met het publiek. Ik hoorde
geen negatieve reacties. Was dit beleefdheid? Ik denk het
niet. Ook
de vorm paste goed in het thema van het festival.
Daarna snel afbreken omdat er weer opgebouwd moet worden
voor de avond.
En daar stond Ligor weer. Gaan jullie NU mee naar de school?
Nee, maandag heb ik toch al gezegd. En ik verwonderde me
erover dat ik alleen hem zag. Waar waren de anderen die ook
in Utrecht
waren en die ik via Ligor gisteren uitgenodigd had voor de
voorstelling: waar was Elida Gabij, het hoofd van de school,
Vjollca Devolli,
onderwijsinspectrice, waar waren de kinderen? Was dit een
communicatie probleem?
Ik had een gesprek met Adonis over de theaterwereld nu. Er
zijn maar een paar vrije groepen die net als Meatball & van de
Camp Circustheater moeten leven van recettes en uitkoop-sommen.
Een van deze groepen zagen we twee jaar geleden: Oasis. Eigenlijk
zijn ze echt afhankelijk van de goedwil (lees: humeur?) van de
theaterdirecteur. In Nederland moeten we ons natuurlijk ook in
de markt prijzen bij de programmeurs maar in Albanië zijn
alle programma’s op dit moment nog gevuld met de eigen
bespelers van de podia.
Eindelijk even rust. We liepen wat rond door de stad, keken
naar de tandarts die in de etalage een patiënt hielp.
De volgende klanten stonden er om heen. Leek mij niets. Terug
gelopen naar
het hotel waar we even konden uitrusten voordat we weer werden
opgehaald voor de volgende actie.
De vader van Daniël, één van de kinderen
die in april in Utrecht waren, nam ons mee uit eten in het
chicste
restaurant van Elbasan. Op zich erg goed om zo even de tijd
te hebben om bij te praten. Toch voelden we ons wat opgelaten
bij
dit zakendiner. We aten soep en vis en dronken koffie na.
Gaande weg werd het ontspannen. Dat was ook wel nodig.
Toch kwam er weer een klacht. Elida vroeg zich af waarom
we nog niet op de school geweest zijn en waarom zij niet
officieel
was
uitgenodigd bij de voorstelling. Ik legde uit dat we pas
kort tevoren wisten dat de subsidie in Nederland rond was.
Toen
ik naar Dritan Pajenga het programma mailde liet Dritan daarop
weten
geen tijd te hebben dit af te geven. Dus ik was op de hoogte
van dit euvel maar kon er niets meer aan doen. En de post
is te langzaam. Vandaar dat ik het ook direct tegen Ligor
zei
toen wij elkaar ontmoetten. Blijkbaar was deze boodschap
toch niet
doorgegeven. Aan wie lag dat nou, Ligor vond dat het niet
aan hem lag.
Natuurlijk hadden ze ook direct hun verzoeken weer klaar:
hoge éénwielers
en loopballen. Zijn ze onverzadigbaar en denken ze echt dat
wij voor hen hollen?
Gelukkig bleek deze spanning weer weg te ebben en konden
we positief verder praten. Ze vertelden over de afgelopen
periode:
ze hadden
veel geoefend en ook opgetreden met de kinderen. Fijn om
te horen. Ze werken nu toe naar een Kerstshow in het sportpaleis!
Klein dilemma: wij hadden met elkaar besloten om de volgende
dag tussen de beide voorstellingen in met Baskim een tocht
te maken in de omgeving, want wij kwamen hier nu voor de
derde keer
en hebben alleen nog maar Elbasan stad gezien. Maar nu vroeg
de vader van Daniël of we de volgende dag met hem een
tocht naar de bergen willen maken. Na enige aarzeling zeiden
we ja.
Na de maaltijd moesten we het hotel-restaurant waar we aten
bekijken. Allereerst de disco waar de muziek werd aangezet
en later de
verlichting, inclusief stroboscoop. Wij sloegen daar met
Ligor en Luty aan het dansen, even eruit, heerlijk. Tenslotte
een
blik op het zwembad, jassen aan en op weg naar buiten.
Opeens zag Janpier één van de mensen uit het theater.
Hij ging even met hem praten en kwam enthousiast terug. Wij liepen
er nu met zijn allen heen. De man vertelde dat hij onze bijdrage
aan het festival van hoog niveau vond. “Echte eenheid tussen
diverse technieken, een moeilijk verhaal inzichtelijk gebracht
en een heel positieve uitstraling, ook in de wandelgangen. Werkt
door op alle andere artiesten”, zei hij. Ook het verhaal
over management vond hij compleet vernieuwend: “dat is
waar we hier toch ook heen zullen groeien. We zijn nu nog compleet
afhankelijk van de staat”. Hierdoor vertrokken we met
een fijn gevoel naar het hotel. Die avond misten we de voorstelling.
9 december 2001
Elke ochtend was er een persconferentie van de voorstellingen
van de vorige dag. Dus om 9.30 uur waren wij aan de beurt.
Allereerst bedankte Dhimosten Papa, directeur van Teatri
Skampa zijn Hollandse
vrienden voor hun inzet en prachtige voorstelling.
Daarna nodigden wij de aanwezigen uit tot vragen. Dezelfde
man van gisteravond nam het woord: volgens hem brachten wij
een nieuwe
visie op theater maken. En hij vervolgde met een warm verhaal
in dezelfde trant als gisteren. Vervolgens vertelde één
van de nationale sterren dat zij zelfs op haar 70e hier nog van
leerde: “Drama hoeft niet zwaar gespeeld te worden om toch
het verhaal in zijn eigenwaarde te laten. Jullie beeldende manier
van theater maken doet niets af aan de inhoud”. Een
andere artiest vertelde dat hij speciaal naar het festival
is gekomen
omdat hij over onze speelwijze had gehoord. Hij is erg blij
dit gezien te hebben.
Zelf stelden we ook een aantal dingen aan de orde.
Allereerst natuurlijk het bekende ritueel hier: we bedankten
alle betrokkenen voor hun inzet en noemden een aantal bij
naam. Zijn maakten het voor ons mogelijk om hier aanwezig
te zijn
en te leren van de andere voorstellingen. We zeiden ook dat
dit
derde festival veel meer een eenheid was dan de vorige twee
en dat zij er in geslaagd waren een mooi jaarlijks evenement
neer
te zetten.
Daarna legden we uit dat het voor ons een hele klus is om
de in Nederland zo makkelijk te spelen voorstelling, hier
te brengen: “ We
missen decorstukken en het ritme van de Nederlandse woordspellingen.
Ook merken we dat er een onoverbrugbaar cultuurverschil is waardoor
bepaalde grappen niet overkomen”. We illustreerden dit
aan de hand van het woord “Pappa-dag” dat in
de voorstelling voorkomt en natuurlijk onvertaalbaar is.
Na afloop van de persconferentie werden we aangesproken door
een journaliste en haar moeder uit Joegoslavië. Het
bleek dat de moeder komende zomer tien festivals organiseert
en zij
nodigde ons uit om daar te komen spelen. Ze zullen ons materiaal
sturen. Wel weer spannend, eerst eens afwachten wat we krijgen
toegezonden.
We spraken ook even met Eduard Oga, die wij van vorige jaren
kenden omdat hij tolkte voor de poppenspeler. Hij was toen
arts. Inmiddels schrijft hij theaterteksten. Net voor het
festival stond zijn voorstelling tien dagen hier in Teatri
Skampa, Tien
dagen een uitverkochte zaal. Alleen de entree (100 leke =
fl. 1,75) was voor de groep en die bestond uit veel spelers.
Dus
liefde werk oud papier maar zo bouwen ze wel aan een toekomst.
Hij wil echt verder, zegt hij en hoopt dat de nieuwe wet
en het
nieuwe beleid van het theater hem ruimte gaat geven. Hij
voelt het als een stimulans als er meer aan de marktwerking
wordt
overgelaten.
Nu snel naar de voorstelling van Theatre “Migjeni” uit
Shkodra met “Shiteni’s island” van Albri
Brahusha. Een kluchtige voorstelling waar wij niet erg van
genoten.
Daarna de afspraak om uit eten te gaan. We werden eerst meegenomen
naar het bedrijf, waar de vader van Daniël eigenaar van
was. Dat omvatte een textielwinkel met stoffen op de begane grond,
haute couture op de eerste etage en een naaiatelier met 50 machines
op de tweede etage. Daarboven skelet bouw voor de toekomst. Dat
zie je zoveel in eigenlijk alle ontwikkelingslanden dus ook hier.
Hij bleek nog drie andere winkels te hebben en veel schooluniformen
te produceren. Duidelijk een zaak die goed loopt. Na de rondgang
vertrokken we in twee auto’s. We, dat was het gezelschap
dat ook gisteren bij het eten aanwezig was. Ik genoot van
het prachtige landschap en hoop hier ooit te kunnen wandelen
met
mijn bagage in de rugzak. Wij stopten bij een restaurant
dat idyllisch ligt in de bocht van een rivier. Ik nam een
steen
mee ter herinnering.
Binnengekomen overkwam ons de meest decadente maaltijd die
ik tot nu toe hier meemaakte. Ik vroeg me dan ook af wat
er op die
manier afgekocht werd en ik werd onpasselijk: we kregen eerst
een vleesschaaltje, frites en sla. Bij de borden stond teveel
bier en wijn. Als het hierbij gebleven was, was er niets
aan de hand maar daarna kregen we vis. Een heerlijke vis
die ik
uit beleefdheid voor de helft op at. Maar ook toen was het
niet voorbij.
Ik bedacht dat in dit land zoveel mensen amper of niet rond
kunnen komen.Weer kwamen er twee vissen op tafel. Ze zagen
er heerlijk
uit maar ik hoefde niets meer. De Albanezen aten ze lekker
op en wie denkt dat het toen over was, heeft het fout. Als
laatste
gang kwam er nog kalkoen. Ik snap niet waar ze het lieten.
Een dergelijke maaltijd hoef ik niet nogmaals mee te maken.
Piet,
Janpier en Vivienne hadden het er ook moeilijk mee, maar
gelukkig hebben wij ons niet overeten en ook niet teveel
gedronken.
De vader van Daniël rekende alles af. Waarom?
Tijdens deze maaltijd begon Vjollca Devolli opnieuw over
de vraag waarom zij niet persoonlijk uitgenodigd was en door
ons
op de
hoogte was gebracht van onze komst. Ik legde nogmaals uit
hoe dat gegaan was. Ik heb alleen maar gedacht en niet gezegd
dat
zij nota bene in april naar Utrecht meegekomen was zonder
door ons uitgenodigd te zijn en ik zei ook niet dat ik vond
dat
de school haar op de hoogte had moeten brengen. Daarna vertelde
zij dat ze net bij de Nederlandse ambassade geweest was omdat
zij onze Koningin Beatrix volgend jaar zal begeleiden langs
de
scholen.
Terug naar de stad. Daar namen we een kijkje in de privé-sportschool
van Ligor. Daar lag een boek dat wij hem gestuurd hadden
met instructies over circustechnieken. Tot mijn vreugde zag
ik
dat het stuk gelezen was. Onze moeite lijkt echt niet voor
niets.
Hierna werden we mee genomen naar het ouderlijk huis van
Daniël.
Nee niet nog meer, dachten we. Maar dit pakte anders uit.
Naast de volle tafels met snoep en fruit werden we vooral
getrakteerd
op een video-opname. Het was een uitzending op de regionale
televisie waarin zij vertelden over hun reis naar Nederland.
Werkelijk
een erg positieve en leuke reportage. Er waren stukken eigen
videomateriaal maar ook delen uit het Nederlandse Jeugdjournaal.
Heel erg duidelijk dat ze behoefte hadden gevoeld om hun
ervaring aan het volk te tonen.
Hier ontstond weer een gesprek over hun toekomst. Wij hielden
dit af. Eerst zien op maandagochtend wat er gebeurd was.
Terug naar het theater. Piet en ik liepen een deel van de
weg om even uit te waaien.
De voorstelling van vanavond werd gespeeld door het Nationale
theater van Macedonië en heette “Heroic tragedy” van
L. Seneka. Een voorstelling over emoties, gespeeld door twee
acteurs. Wij begrepen er niets van. Vooral het beginbeeld
vonden we mooi evenals de muziek. Na afloop bleek ook het
publiek
niet onder de indruk.
Terug naar het hotel. En zoals je kunt begrijpen, hadden
we geen behoefte aan eten.
10 december 2001
We ontbeten in het hotel wederom met de heerlijke jam en
kaas van hier. Misschien wel een suggestie voor Albert Heijn.
Daarna uiteindelijk toch naar de Skholla 8-Vjecare "Sulë Misiri".
We werden direct meegenomen naar de gymzaal. De vloer was nog
steeds niet om aan te zien. De kinderen krijgen vast met enige
regelmaat splinters in hun voeten of handen, maar blijkbaar beïnvloedt
dat de sfeer niet. We zagen indrukwekkende vooruitgang. Mijn
eerste indruk werd door Piet en Janpier bevestigd. Nadat we alles
bekeken hebben, wilden Elida en Ligor ons mee naar boven nemen
maar, pech voor hen! Wij wilden namelijk contact met de kinderen.
Piet en Janpier gaven ze allerlei aanwijzingen. Hoe kan je je
techniek verbeteren, hoe kan je je kunstje uitbreiden, enz. Knielen
op het koord, diabolo om je been heen, dansen met de éénwieler,
etc. Een en al aandacht en enthousiasme. Hopelijk blijft
dit nog lang in stand.
Ik had met Janpier nog even contact over de theaterkant.
Janpier zei dat het in hun cultuur niet past om applaus te
halen als
het niet perfect is. Ik vind
dit jammer want het haalt een deel van de speelsheid af. Laten we maar afwachten
wat de toekomst brengt. Applaus halen en het geheel verpakken in theaterelementen
is één van de dingen waarvan ik denk dat het toegevoegde waarde
voor de kinderen heeft.
Dan toch nog even naar boven. We kregen thee aangeboden en, zoals we verzocht
hebben, een kopie van de video die we eerder bij Daniël thuis hadden gezien.
Ook kregen we alle vier een cadeautje in de vorm van een pakketje kleding, geschonken
door de vader van Daniël. Ik kon niet nalaten me af te vragen wat toch
de achtergrond was van deze cadeau-overdaad.
We zeiden nog dat ze echt goed bezig zijn en dat we als ondersteuning daarvan
onze eigen hoge éénwielers zouden achterlaten. Ik nam me voor om
hier na afloop van het tournee nog subsidie voor te vinden. Ze reageerden niet
enthousiast. Meteen werd de vraag gesteld of ze dan voor de school waren. Wij
zeiden dat ze hoorden bij alle andere circusmaterialen en dat ze zolang ze gebruikt
worden, hier zijn. Ook vroegen ze om loopkogels. Ik zei dat we die, gezien het
gewicht, nooit vervoerd zouden krijgen maar ik ga ervoor zorgen dat ze een bouwtekening
krijgen. Ook zouden ze graag willen dat de Utrechtse kinderen van Circus Jopie
naar Albanië komen om met hen te werken. Misschien een idee om eens
te verwezenlijken, het lijkt mij inderdaad erg functioneel en leuk. Bovendien
denk ik dat ik er
wel achteraan wil dat zij mee kunnen doen aan een internationale kindercircusontmoeting.
Dit zal hen zeker stimuleren om door te gaan.
Na het bezoek aan de school gingen we terug naar het theater. Helaas weet
ik niet wat de titel van de voorstelling was, die we daar zagen, omdat hij
niet
in het programma staat. Het was een filosofische voorstelling met een mooi
toneelbeeld. Gedreven spel.
Daarna troffen we Aduard Çala, de poppenspeler. Twee jaar geleden bleek
zijn geluidsinstallatie gestolen. Ik had gezorgd voor een subsidie waardoor hij
een nieuwe kon kopen. Vol trots liet hij die zien. Het leuke van zijn manier
van werken is dat hij de enige is die we ontmoet hebben die ook naar zijn publiek
toe gaat. Naar scholen, naar plaatsen in de wijken. Hij werkt ook met kinderen
en volwassenen. Hij wil ze graag het poppenspel leren dat gebeurt ook. Vandaar
dat het niet zo ernstig is dat het dak van het poppentheater lek is, hoewel hij
daar na een reparatie op vaste tijdstippen zou kunnen zijn. Wie weet wordt ook
dit probleem ooit opgelost. Het was mooi om te zien hoe hij genoot van zijn nieuwe
installatie. Van het geld, had hij uiteindelijk ook nog een computer gekocht
waarop hij nu zijn muziek en de scènes van tevoren kan voorbereiden. Hij
is er echt gelukkig mee. Toch fijn dat je met zo’n kleine energie-investering
iemand zo op weg kan helpen.
We gingen even naar het hotel voor een middagslaapje. Ondertussen waren we
allemaal goed door onze energie heen.
Toch werden we om 15.30 uur weer opgehaald, ditmaal voor een bezoek aan Baskim
en zijn gezin. Heerlijk om op zo’n andere manier echt welkom te zijn. Ik
voelde me hier meer dan thuis. Een mandarijntje, een paar koekjes en aandacht,
dat is wat ze ons gaven. We hadden er leuke gesprekken over het leven van alledag.
Ook bleek dat ze binnenkort telefoon kregen: “dan kan Luty naar Nederland
bellen en door jullie gebeld worden”. Ik hoop dat ze er niet te hoge
verwachtingen van hebben. De moeder van Luty werkt op een lagere school en
verdient net genoeg
om hun maandelijkse behoefte aan fruit te betalen. Is telefoon dan niet een
te grote luxe?
Ik belde met mijn mobiele telefoon naar het staatscircus in Tirana en vroeg
of we morgen een kwartiertje langs konden komen. Zij reageerden meteen dat
dat erg
leuk was en vroegen of we niet om tien uur al konden komen zodat we samen
met hen konden werken. Later bleek dat Adonis ook al contact met ze had gehad,
dat is natuurlijk erg attent van hem.
We konden geen afscheid nemen. We kregen nog koffie aangeboden maar daar
was echt geen tijd meer voor. Wij naar beneden, op weg naar het theater.
Helaas
sloeg de motor niet aan. Het moest een keer gebeuren. De volkswagenbus gaat
al jaren
mee. Baskim de motorkap in, rommelde wat, wij duwden de auto aan en weg waren
we! Gelukkig. We kwamen tijdens de eerste scène van de voorstelling binnen.
Werden snel naar onze stoelen geholpen en genoten van de voorstelling van Teatri
Skampa zelf. Het was “The quarto” van David Greig. Een gewaagd stuk
voor hier maar absoluut geslaagd. Mooi vormgegeven met schimmenspel en mooie
live-muziek. Eindelijk een voorstelling waarbij ik de taalbarrière
te nemen vond. Een paar aanwijzingen en ik wist genoeg.
Na afloop had ik een gesprek met één van de diva’s. Zij
was het duidelijk niet met me eens. Zij vond dat dit stuk niet te begrijpen
was voor
een popcornverkoper. Dus niet goed. “Theater moet voor iedereen zijn”.
Daarna FEEST.
Een swingende band en wij voelden ons inmiddels zo thuis dat
we volop meededen. Helaas wilde Luty niet meedoen. “Dat hoort niet”,
dus zij heeft zich hopeloos verveeld. Blijkbaar mag een vrouw
van 21 jaar pas meedoen als
ze een
vaste vriend heeft. Adonis zat apart. Hij deed niet mee. Was hij moe of
had het iets te maken met de toekomst? Was dit het begin
van zijn afscheid hier?
Hij
wil ook graag naar het Westen komen om conferenties te bezoeken, hij had
ons gevraagd of we hem wilden waarschuwen als we iets van
zijn gading tegenkomen.
Terug naar het hotel waar we allemaal graag naar bed gingen en uitkijken
naar de dag van morgen. Weer iets nieuws: naar het circus
en het weeshuis.
Spannend.
11 december 2001
We reden naar Tirana. Onderweg genoot ik van het landschap.
Albanese dadels, overweldigende natuur, mooie erosie. En
daartussen zagen we overal auto’s
rijden van alle mogelijke hulporganisaties. Dit land wordt zo gesteund.
Het zou er bovenop moeten kunnen komen. Zou het een goed
idee zijn als er meer
werd samengewerkt?
Of is het juist wel goed dat elke organisatie op zijn manier ondersteunt?
Ik sprak iemand die gewoon geld komt brengen en dan weer weg is. Mij lijkt
het
niets maar misschien biedt de pluriformiteit juist wel de mogelijkheden
voor de toekomst.
Ondertussen daalden we af naar Tirana, reden we de smog van alle generatoren
in. Als kapper, tandarts of ijsverkoper moet je wel. Elke winkel zorgt
voor zijn eigen stroom.
Na wat zoeken vonden we het circus. Eerst naar het kantoor
voor een eerste kennismaking met de directeur. Wat een hartelijkheid.
Vroeger, dat is tot
1991, trokken ze
het hele land door en speelden ook in Karlsruhe, Frankfurt, Grenoble, Italië en
zo verder. Natuurlijk trokken ze ook Albanië rond. Daarna was het
geld er niet meer voor. De tent ging kapot. Ze hadden alleen nog maar geld
voor
een goedkopere
eigen versie. En die staat nu ook op instorten. Ze spelen op zondag nog
twee openbare voorstellingen en op maandag een keer voor scholen. Helaas
zonder
licht omdat het dak openligt. Theaterlicht voegt niets meer toe. Hij verwacht
dat ze
in januari geld van de gemeente zullen krijgen om een nieuwe tent te kopen.
Het is ze gegund. Na het gesprek met de directeur liepen we rond. We zagen
een prachtige
jongleeract, zagen kinderen keihard trainen en gingen naar beneden waar
in de ijskou geoefend werd op de trampoline: ze sprongen in strandstoelen
die
hooggehouden
werden op steigerbuizen. Materiaal waar ik de rillingen van kreeg, in negatieve
zin, maar een doorzettingsvermogen waar ik ook de rillingen van kreeg,
dat in positieve zin. Ik hoop dat ze hier nog lang mee doorgaan.
Toen sprak de directeur me aan. Ik dacht, het is weer zo ver. Een vraag
naar materiaal. Maar nee nu nog niet. Hij had behoefte aan een offerte.
Geld voor
een tent zou hij krijgen maar hij weet geen goede tentenmaker. Ik zeg hem
toe daar achteraan te gaan. Voor mij echt een makkelijke vraag.
Ondertussen bleken de trappers van de hoge éénwielers weg. Het
zal ook eens niet zo zijn. Dus ik op weg met de trainer van de jongleurs langs
fietsenmakers. Natuurlijk was het ook nog een afwijkende maat. Uiteindelijk ging
hij alleen verder en kwam terug met de twee trappers. “Goed hè?” Nu
bleek dat we ook nog twee verschillende trappers nodig hebben. Dus hij
weer op weg. Later durfde hij mij te vragen of ik aan jongleerfakkels kan
komen.
Hij
had er drie zelf gemaakt maar dat jongleert niet plezierig. Ik zei niets
toe maar overlegde wel met Piet en Janpier.
Er werd veel uitgewisseld. Piet en Janpier werkten enthousiast met de jongleurs
en later met de acrobaten. Mooi om te zien. Iedereen genoot.
We vertrokken daar veel te laat. Eigenlijk ook te laat om nog te eten.
Janpier wilde wel ergens eten, Piet had de rust daar niet voor en ik ook
niet, had
het gevoel dat het dan die middag niet goed zou lopen. Uiteindelijk kochten
we iets
in een stalletje op straat.
Daarna snel door naar het weeshuis “Shtëpia e Fëmijës Zyber
Hallulli” waar we ’s middags om 5 uur zouden optreden. Het weeshuis
werd financieel onderhouden door "Hope for the world". Adonis
regelde dit optreden op ons verzoek. Wij wilden in Tirana optreden voor
kinderen
die daar iets aan zouden hebben. We keken eerst waar we konden spelen.
Dat bleek
een voor Albanese begrippen prachtige zaal. Laten we zeggen een Nederlandse
toneelzaal bij een buurthuis, maar dan met kapotte ramen, waar maar helft
van de verlichting
werkt en een vloer ligt die misschien ooit geverfd is geweest. Ik controleeder
ik hem op los zittende spijkers. Toch waren we erg tevreden over de ruimte.
Het optreden ging eigenlijk de mist in. Op het laatste moment bleek de
muziek in Elbasan gebleven te zijn. Dus werd er ter plaatse nog wat bij
elkaar gezocht
maar dat werkte niet echt. Het was te zien tijdens de show. Ook de kinderen
waren nu niet helemaal wat wij voor ogen hadden. Natuurlijk gun je het
iedereen maar
deze kinderen hadden het relatief niet slecht. Hun slaapkamers waren wel
koud (ook hier geen verwarming), maar zagen er verzorgd uit. Bij de voorstelling
waren een aantal artiesten van het staatscircus aanwezig. Dat was natuurlijk
erg leuk.
Hebben zij ook een “Legendarisch Ko en Lou” gezien. Na afloop
van de voorstelling gaven wij hun de zes fakkels. Natuurlijk waren ze hier
uitermate
blij mee, maar vroegen toen wel direct om meer materiaal. Niet onterecht
want ze maken inderdaad een mooie show met weinig middelen. Zou het iets
zijn voor
een benefiet in Nederland?
De directeur van het weeshuis bedankte ons wel maar verdween vervolgens
en nam niet eens afscheid. Dat voelde minder goed.
Op de terugweg naar Elbasan zeiden we tegen elkaar dat alleen al onze aanwezigheid
hier een enorme stimulans is. We merkten vanochtend in het circus hoe ze
gestimuleerd werden om te ontdekken. En hoe artiesten in het theater voortdurend
met ons wilden
praten.
In het hotel kwamen we eindelijk tot rust, maakten wat gekkigheid en doken
voldaan het nest in. Dit in de wetenschap dat we morgen zouden terugreizen
en dat thuis
het gewone hectische leven snel weer zijn loop zou nemen.
12 december 2001
Afscheid nemen. Eerst in het hotel, dan naar Teatri Skampa. Mee naar een
café.
Echt een warm afscheid.
Ik praatte met Dhimosten na over dit geslaagde festival en over de plannen
voor volgend jaar. Waarschijnlijk wordt het thema: “Albanese verhalen”.
Daar is geen plaats voor ons. Ik zei dat ik misschien wel gewoon wil komen. Daar
reageerde hij erg enthousiast op: “ Zou heel erg fijn zijn!” Toen
kwam ter sprake dat wij contact hebben met Eduard. Dat hij voor ons Albanese
verhalen in het Engels zal vertalen en dat wij daar misschien iets mee
gaan doen. De ogen van Dhimosten begonnen te twinkelen. Dat zou prachtig
zijn:
jullie manier
van werken tijdens een festival met alleen maar Albanese groepen en dan
met een Albanees verhaal!
Op de valreep vroeg ik Dhimosten hoe hij de samenwerking met Alex Le Mat
vind. Hij zei dat hij zich erg gesteund voelde en erg nieuwsgierig was
of de nieuwe
cultuurnota aangenomen zou worden. Dan kan hij zijn theater beter gaan
organiseren. Nu moet hij alle inkomsten nog afdragen. Dat stimuleert totaal
niet. Dan
zal hij met de entreegelden weer initiatieven kunnen gaan ontplooien.
Wat blijft er over van alle mooie momenten hier. Komen die pas weer terug
als we volgend jaar weer mogen gaan? In elk geval liggen er genoeg vragen
van diverse
kanten om mee aan het werk te gaan in Nederland. Gaan wij een Albanees
sprookje bewerken? Gaan wij volgend jaar terug? De tijd zal het leren.
Naschrift.
Terug in Nederland realiseer ik me voortdurend dat het succes van deze
onderneming toch echt veroorzaakt wordt doordat we bij herhaling teruggingen.
Dat werd ook bevestigd door een fax die we ontvingen van Teatri Skampa.
Graag neem ik de tekst hier over:
“ Honourable friends!
Please accept the best wishes from the bord of “Skampa” Festival.
We express our gratitude and our thanks in the address of your troupe.
Your participation in the Festival not only was a valuable contribution in
improving this theatric competition but also another chance to know each-other
and create
stronger friendship relations on the basis of the exchange of values, experiences
and ideas.”
Daarnaast opende ik de brief met de subsidietoekenning door het Fonds voor
de Podiumkunsten. Zij schrijven daarin:
“ De commissie is positief over uw aanvraag, die in haar ogen zeer enthousiasmerend
is.
Zij heeft veel waardering voor het werk dat de aanvrager doet voor de Albanese
kinderen, dat in haar ogen naast de artistieke waarde een groot sociaal
maatschappelijk aspect heeft.”
Hier heb ik even niets meer aan toe te voegen.
Bedankt voor het lezen en natuurlijk ben ik altijd benieuwd naar reacties
of het delen van ervaringen.
Piet van de Camp |