Heden en verleden 
Alle voorstellingen 
Albanië 1999 
2000 
2001 

Albanië 2001

Verslag Tournee Albanië
6–12 december 2001

6 december
De bus van Meatball & van de Camp Circustheater op de parkeerplaats van Schiphol achtergelaten en met al onze spullen naar binnen: het halve decor van de voorstelling, onze handbagage en de circusmaterialen. Voor de derde keer waren we op weg naar het Internationale Theaterfestival Skampa in Albanië. We: Piet van de Camp en Janpier Knaapen, de spelers, Vivienne Janssen, de nieuwe technica en mijn persoon, Giel van Dam van Theaterbureau Giel van Dam.

Het vertrek leek in eerste instantie voorspoedig te verlopen. Totdat … alles op de weegschaal moest. De vorige keer konden we aantal zware (stalen) onderdelen als handbagage meenemen. Daardoor viel het overgewicht toen mee. In verband met de aanslagen in de VS kon dat logischerwijs niet meer. Daarom moesten we in de duizenden guldens bijbetalen. Natuurlijk besloten we een deel van het materiaal achter te laten en terug te brengen naar de bus. Alsnog nieuw kopen in Albanië was veel goedkoper. Daarnaast belde ik met de MALEV of er op het laatste moment wat te regelen viel (bedankt voor de tip, Richard) en we hoefden slechts de helft van het overgewicht af te rekenen!
Gelukkig deze keer in één keer zonder problemen naar Tirana. Ook de aankomst liep op rolletjes, alle bagage was er. Luty, die weer voor ons zou vertalen en haar vader, Baskim, onze chauffeur, stonden te wachten en verwelkomden ons hartelijk. Wij voelden ons dan ook meteen thuis komen.
We namen Vivienne even op sleeptouw. Zij werd overdonderd door de vele indrukken van de armoede die dit land nog steeds in de ban houdt. Albanië is het armste land van Europa en de tijd van Hoxa, het piramidespel en de oorlog in Kosovo zijn natuurlijk nog heel dicht bij.
Op naar het theater waar het welkom, zoals verwacht, warm was. Er waren meer bekenden van ons dan we ons realiseerden. Adonis Filipi, de artistiek leider, onze grote vriend vertelde dat hij bezig is een eigen bedrijf op te zetten gezien de nieuwe koers van het theater. Eduard Çala, de poppenspeler vertelde trots dat zijn nieuwe geluidsinstallatie functioneert, maar zijn dak nog steeds lekt.
Om zeven uur keken we naar de eerste voorstelling van de Roemeense groep Teatri Municipal “Ariel” met “4 encounters” van Eugenio Ionescu. Een erg absurdistische voorstelling waarbij alle lichten in de zaal en op het podium aanbleven. Later bleek dat ze eigenlijk in de hal hadden willen spelen maar die was te klein. Dat had erg mooi binnen het thema van het festival gepast: combinatie van theatertechnieken.
Toen naar het hotel “Kriva”. Wederom hartelijke ontvangst maar helaas geen water en natuurlijk viel de stroom uit. Koud. Dat bleef het ook de hele week. In jaren was de kou niet zo vroeg ingevallen.

7 december 2001
Gelukkig was er water, dus we konden de dag beginnen met een frisse douche. Een vluchtige blik op de kinderboerderij achter het hotel “Kriva” toonde de goede kant van de eigenaren. Echt leuk om te zien dat daar pauwen, eenden, papegaaien goed verzorgd in een parkje rondliepen. Het parkje is vernoemd naar onze Utrechtse “Nijntje”: Mifit.

Snel naar het theater waar we net op tijd aankwamen: ik zou een verhaal houden over Theatermanagement. Natuurlijk zaten alle bekenden weer klaar. Zoals alle prominente artiesten maar gelukkig ook mensen die betrokken zijn bij de andere kant van de theaterpraktijk. Zoals altijd was de sfeer onrustig. Mobiele telefoons gingen af, mensen praatten erdoor heen maar er was ook echt veel aandacht. Dat bleek ook in de loop van de week toen ik vele malen werd aangesproken op details uit mijn verhaal.
Het verhaal ging eigenlijk gewoon over de Nederlandse dagelijkse praktijk van premières aankondigen, pers uitnodigen, kontakten met de theaters en andere uitkopers en bellen, veel bellen. Dit omlijst met voorbeelden over theaters, festivals en culturele vorming op scholen. Ook vertelde hij over budgetten en waar die vandaan komen. Over gesponsorde zalen in theaters, gesponsorde festivals, etc. Echt iets om nog eens uitgebreider met een kleinere groep over door te praten.
Om 11 uur gingen we kijken naar “Theatre company of the Peja” met “The desireable passion of borning” van Alen Cooper. Door deze theatergroep neergezet als een enorme klucht. Doordat wij het moesten doen met enkele vertaalde aanwijzingen maakte deze voorstelling geen indruk.

Na de voorstelling stond Ligor Shaka opeens voor me. Hij is de sportleraar van Skholla 8-Vjecare "Sulë Misiri". Op deze school brachten we in december 2000 circusmaterialen waarmee wij aansloten op de circustraditie die deze school tot 1991 had. Zij begonnen een kindercircus op te zetten en kwamen in april 2001 met zes kinderen naar Nederland. Het bezoek in Nederland was voor ons een teleurstelling omdat wij veel energie gestoken hadden in het verzorgen van een leuke circus week voor tien kinderen terwijl hun begeleiders meer uit leken te zijn op een vakantie in het vrije westen.
Nu hij opeens voor me stond schrok ik ook even. Zijn reactie was daar ook naar: “Ik dacht dat jullie deze week op onze school zouden komen en nu ben je al een halve dag hier en hebben we je nog niet gezien. Kom je NU mee?” Deze dwingende houding van hem kende ik inmiddels dus ik was er niet van onder de indruk. Aan de andere kant vond ik het wel leuk dat hij ons blijkbaar graag wilde laten zien wat de kinderen geleerd hadden. En wij moesten toch naar de school om daar een éénwieler en een stalen buis van de koorddansinstallatie op te halen.
Er ontstond verwarring. Adonis wilde met z’n allen naar de school gaan. Wij wilden dit niet omdat we daar dan uren zouden zijn en daar was geen tijd voor. De voorstelling van morgen moest voorbereid worden.
Ik ging met Ligor naar de school. Piet van de Camp en Janpier Knaapen met Dimitri, een Albanese acteur, een tekst inoefenen. Op de school aangekomen bleken daar 24 kinderen echt enorme vooruitgang geboekt te hebben. Ik werd daar heel enthousiast van. Heel de april-ervaring verdween naar de achtergrond. Hiervoor hadden we het gedaan: plezier in circus door Albanese kinderen. Ze hadden hard geleerd en echt technieken onder de knie gekregen.
Wel zag ik dat ze vooral technisch bezig waren en niet zo erg op de sfeer. Applaus halen is al iets wat helemaal niet in beeld komt. Dit past erg bij Ligor: pas als het perfect is mag je het tonen. Jammer vind ik, want daarmee gaat een deel van de lol verloren. Is dit Albanees, is dit Ligor, moeten wij proberen er een draai aan te geven? Ik weet het nog niet. eerst maar op z’n beloop laten.
Ik gaf even aandacht aan de kinderen, haalde de buis uit het apparaat en verdween weer snel met de afspraak dat we maandag terug zouden komen. En natuurlijk nodigde ik hem en alle andere volwassenen en kinderen uit om naar onze voorstelling morgen te komen kijken.
Onderweg terug naar het theater moest ik nog twee fietswielen lenen ergens. Baskim zei dat hij niet wist waar. Totdat hij opeens allerlei achteraf straatjes doorreed en bij een neef die fietsenmaker is, terecht kwam. Nee, die had ook geen wielen. Maar ik zag ze hangen. Toen snapte ik het weer: de Albanezen kunnen geen tweede hands wiel uitlenen. Dat is niet mooi genoeg. Dus ik zei dat dat precies was wat ik zocht. Toen kon ik ze lenen.
Ik nodigde hem ook uit bij de voorstelling maar natuurlijk kon hij niet. Hij vroeg of zijn dochters van 13 en 18 mochten komen, ik zei ja. Ik weet niet of ze geweest zijn.

Terug naar het theater waar Piet, Janpier en Dimitri hard aan het oefenen waren. Het ging daar prima.
Rrapush Kabashi, de decorbouwer van het theater ging daarna met ons sleutelen. Er moest van alles gebouwd worden. Een deel had hij aan de hand van tekeningen die we opgestuurd hadden al klaar. Net als vorig jaar tot in details goed nagemaakt! Maar daarmee niet altijd functioneel. De statieven te wankel, de loopplank had een foute onderkant, de kist moest voorzien worden van een tree. Maar heerlijk om met hem te werken, zodra hij snapte wat we bedoelden knutselde hij het in enkele minuten in elkaar met slechts een cirkelzaag, een hamer en wat spijkers en veel, erg veel afvalhout.
Toen was het tijd voor de avondvoorstelling. Het Nationaal Theater van Prestina speelde “Dog’s dream” van Mehmet Kraja. Imponerend spel in een gevangenis. Voor ons natuurlijk onverstaanbaar maar toch de voorstelling helemaal af gezien Aan de reacties merkte je ook de inhoudelijke herkenning. Toch erg belangrijk dat theater hier ook een functie heeft als verwerking. Veel stukken blijken toch een verband te hebben met de actuele politieke situatie.
Na de voorstelling konden wij op het podium gaan opbouwen.
Dan de verwarring. In het theater is er iemand voor het achterdoek, iemand voor het geluid, iemand voor het decor, en zo verder. Maar samenwerken kunnen ze niet. Dus eerst moest het achterdoek gehangen en dan pas het licht. Maar wij wilden tegenlicht. Dus het achterdoek moest zo komen dat er in het grit ook tegenlicht kon. Het is ons niet gelukt dit uit te leggen. Dus uiteindelijk moest toch echt eerst het achterdoek. Later bleek daardoor inderdaad tegenlicht niet mogelijk!
Alles ging voortvarend behalve het koord. De buis bleek niet te passen. Ik legde een noodverband maar bij echt strak spannen bleek het toch te slap. We besloten de volgende ochtend een andere buis te kopen.
Ondertussen was Vivienne Janssen met Nico, de lichttechnicus, hard aan het werk. Zij klaagde dat het zo traag ging. Per kwartier een lamp. Ik zei niets omdat ik het eerste jaar het licht had gedaan. Mijn ervaring was dat als Nico maar snapte wat de bedoeling was, dit ook heel snel kon gaan. En inderdaad waren rond 11 uur alle lampen gesteld en konden we naar het hotel.
Daar kregen we salade en brood en doken moe maar tevreden na deze volle dag in bed.


8 december 2001
De grote dag. Vanochtend om 11 uur zouden we klaar moeten zijn om “Oidipoes – De koning heeft het gedaan” in het Albanees, Engels en Nederlands te kunnen spelen. Hard aan de slag dus.
Allereerst achter de nieuwe buis aan. Gelukkig vonden we die direct. Door naar het theater. Gauw de buis passen want dit was het cruciale deel van de voorstelling. Helaas. De buis bleek onder de spanning krom te gaan staan. De dunne wand is de schuldige. Wat nu. Zonder koord geen voorstelling. Ik ging met de beide buizen en drie Albanezen op weg om een oplossing te zoeken. Allereerst naar de tuin van een van hen. De mandarijnbomen daar worden door buizen ondersteund. Waren die goed? Nee helaas ook de verkeerde maat, anders waren ze zo voor ons onder de boom uitgehaald, wat een ondersteuning! Ik kreeg een arm vol mandarijntjes en we vertrokken weer.
Na enig zoeken kwamen we bij een autogeen lasser. We besloten van de dunne buis 30 centimeter af te zagen en daarmee de dikke buis te verlengen. Aldus gebeurde en ik keek toe. Ik had er geen vertrouwen in. Als hier spanning op zou komen, dan zou de buis net naast de las gaan verbuigen. Mijn HTS-opleiding van lang geleden gaf mij deze veronderstelling. Ik zei dat ze er nog een hoekprofiel langs moesten lassen. Dit gebeurde. Terug naar het theater en weer passen. Het was in orde!

Piet en Janpier waren al bijna geschminkt, Dimitri was aanwezig, Vivienne was de laatste lichtstanden aan het uitwerken met Nico dus alles leek klaar voor een goede voorstelling.
Zoals aangekondigd volgde nu dan Circusteatre Meatball Utreht-Hallnde met “Edipi Mbret”.
Een zware voorstelling om te spelen door de omstandigheden. Drie talen tegelijk, gebrekkig decor en een onrustige zaal net als bij alle andere voorstellingen hier. Veel mobiele telefoons, veel gepraat en geschuif. Ook de spelers vonden het zwaar
Voor de kenner was te zien dat ze niet echt in hun ritme zaten, Janpier was de tweede helft helemaal uit zijn concentratie vertelde hij later. Maar het enthousiasme in de zaal was te voelen, de reacties achteraf waren navenant. De combinatie van circus en theater deed het ook nu weer goed. Men leefde mee met het fysieke spel. Men genoot van het contact met het publiek. Ik hoorde geen negatieve reacties. Was dit beleefdheid? Ik denk het niet. Ook de vorm paste goed in het thema van het festival.
Daarna snel afbreken omdat er weer opgebouwd moet worden voor de avond.
En daar stond Ligor weer. Gaan jullie NU mee naar de school? Nee, maandag heb ik toch al gezegd. En ik verwonderde me erover dat ik alleen hem zag. Waar waren de anderen die ook in Utrecht waren en die ik via Ligor gisteren uitgenodigd had voor de voorstelling: waar was Elida Gabij, het hoofd van de school, Vjollca Devolli, onderwijsinspectrice, waar waren de kinderen? Was dit een communicatie probleem?
Ik had een gesprek met Adonis over de theaterwereld nu. Er zijn maar een paar vrije groepen die net als Meatball & van de Camp Circustheater moeten leven van recettes en uitkoop-sommen. Een van deze groepen zagen we twee jaar geleden: Oasis. Eigenlijk zijn ze echt afhankelijk van de goedwil (lees: humeur?) van de theaterdirecteur. In Nederland moeten we ons natuurlijk ook in de markt prijzen bij de programmeurs maar in Albanië zijn alle programma’s op dit moment nog gevuld met de eigen bespelers van de podia.

Eindelijk even rust. We liepen wat rond door de stad, keken naar de tandarts die in de etalage een patiënt hielp. De volgende klanten stonden er om heen. Leek mij niets. Terug gelopen naar het hotel waar we even konden uitrusten voordat we weer werden opgehaald voor de volgende actie.
De vader van Daniël, één van de kinderen die in april in Utrecht waren, nam ons mee uit eten in het chicste restaurant van Elbasan. Op zich erg goed om zo even de tijd te hebben om bij te praten. Toch voelden we ons wat opgelaten bij dit zakendiner. We aten soep en vis en dronken koffie na. Gaande weg werd het ontspannen. Dat was ook wel nodig.
Toch kwam er weer een klacht. Elida vroeg zich af waarom we nog niet op de school geweest zijn en waarom zij niet officieel was uitgenodigd bij de voorstelling. Ik legde uit dat we pas kort tevoren wisten dat de subsidie in Nederland rond was. Toen ik naar Dritan Pajenga het programma mailde liet Dritan daarop weten geen tijd te hebben dit af te geven. Dus ik was op de hoogte van dit euvel maar kon er niets meer aan doen. En de post is te langzaam. Vandaar dat ik het ook direct tegen Ligor zei toen wij elkaar ontmoetten. Blijkbaar was deze boodschap toch niet doorgegeven. Aan wie lag dat nou, Ligor vond dat het niet aan hem lag.
Natuurlijk hadden ze ook direct hun verzoeken weer klaar: hoge éénwielers en loopballen. Zijn ze onverzadigbaar en denken ze echt dat wij voor hen hollen?
Gelukkig bleek deze spanning weer weg te ebben en konden we positief verder praten. Ze vertelden over de afgelopen periode: ze hadden veel geoefend en ook opgetreden met de kinderen. Fijn om te horen. Ze werken nu toe naar een Kerstshow in het sportpaleis!

Klein dilemma: wij hadden met elkaar besloten om de volgende dag tussen de beide voorstellingen in met Baskim een tocht te maken in de omgeving, want wij kwamen hier nu voor de derde keer en hebben alleen nog maar Elbasan stad gezien. Maar nu vroeg de vader van Daniël of we de volgende dag met hem een tocht naar de bergen willen maken. Na enige aarzeling zeiden we ja.
Na de maaltijd moesten we het hotel-restaurant waar we aten bekijken. Allereerst de disco waar de muziek werd aangezet en later de verlichting, inclusief stroboscoop. Wij sloegen daar met Ligor en Luty aan het dansen, even eruit, heerlijk. Tenslotte een blik op het zwembad, jassen aan en op weg naar buiten.
Opeens zag Janpier één van de mensen uit het theater. Hij ging even met hem praten en kwam enthousiast terug. Wij liepen er nu met zijn allen heen. De man vertelde dat hij onze bijdrage aan het festival van hoog niveau vond. “Echte eenheid tussen diverse technieken, een moeilijk verhaal inzichtelijk gebracht en een heel positieve uitstraling, ook in de wandelgangen. Werkt door op alle andere artiesten”, zei hij. Ook het verhaal over management vond hij compleet vernieuwend: “dat is waar we hier toch ook heen zullen groeien. We zijn nu nog compleet afhankelijk van de staat”. Hierdoor vertrokken we met een fijn gevoel naar het hotel. Die avond misten we de voorstelling.

9 december 2001
Elke ochtend was er een persconferentie van de voorstellingen van de vorige dag. Dus om 9.30 uur waren wij aan de beurt. Allereerst bedankte Dhimosten Papa, directeur van Teatri Skampa zijn Hollandse vrienden voor hun inzet en prachtige voorstelling.
Daarna nodigden wij de aanwezigen uit tot vragen. Dezelfde man van gisteravond nam het woord: volgens hem brachten wij een nieuwe visie op theater maken. En hij vervolgde met een warm verhaal in dezelfde trant als gisteren. Vervolgens vertelde één van de nationale sterren dat zij zelfs op haar 70e hier nog van leerde: “Drama hoeft niet zwaar gespeeld te worden om toch het verhaal in zijn eigenwaarde te laten. Jullie beeldende manier van theater maken doet niets af aan de inhoud”. Een andere artiest vertelde dat hij speciaal naar het festival is gekomen omdat hij over onze speelwijze had gehoord. Hij is erg blij dit gezien te hebben.
Zelf stelden we ook een aantal dingen aan de orde.
Allereerst natuurlijk het bekende ritueel hier: we bedankten alle betrokkenen voor hun inzet en noemden een aantal bij naam. Zijn maakten het voor ons mogelijk om hier aanwezig te zijn en te leren van de andere voorstellingen. We zeiden ook dat dit derde festival veel meer een eenheid was dan de vorige twee en dat zij er in geslaagd waren een mooi jaarlijks evenement neer te zetten.
Daarna legden we uit dat het voor ons een hele klus is om de in Nederland zo makkelijk te spelen voorstelling, hier te brengen: “ We missen decorstukken en het ritme van de Nederlandse woordspellingen. Ook merken we dat er een onoverbrugbaar cultuurverschil is waardoor bepaalde grappen niet overkomen”. We illustreerden dit aan de hand van het woord “Pappa-dag” dat in de voorstelling voorkomt en natuurlijk onvertaalbaar is.
Na afloop van de persconferentie werden we aangesproken door een journaliste en haar moeder uit Joegoslavië. Het bleek dat de moeder komende zomer tien festivals organiseert en zij nodigde ons uit om daar te komen spelen. Ze zullen ons materiaal sturen. Wel weer spannend, eerst eens afwachten wat we krijgen toegezonden.
We spraken ook even met Eduard Oga, die wij van vorige jaren kenden omdat hij tolkte voor de poppenspeler. Hij was toen arts. Inmiddels schrijft hij theaterteksten. Net voor het festival stond zijn voorstelling tien dagen hier in Teatri Skampa, Tien dagen een uitverkochte zaal. Alleen de entree (100 leke = fl. 1,75) was voor de groep en die bestond uit veel spelers. Dus liefde werk oud papier maar zo bouwen ze wel aan een toekomst. Hij wil echt verder, zegt hij en hoopt dat de nieuwe wet en het nieuwe beleid van het theater hem ruimte gaat geven. Hij voelt het als een stimulans als er meer aan de marktwerking wordt overgelaten.
Nu snel naar de voorstelling van Theatre “Migjeni” uit Shkodra met “Shiteni’s island” van Albri Brahusha. Een kluchtige voorstelling waar wij niet erg van genoten.

Daarna de afspraak om uit eten te gaan. We werden eerst meegenomen naar het bedrijf, waar de vader van Daniël eigenaar van was. Dat omvatte een textielwinkel met stoffen op de begane grond, haute couture op de eerste etage en een naaiatelier met 50 machines op de tweede etage. Daarboven skelet bouw voor de toekomst. Dat zie je zoveel in eigenlijk alle ontwikkelingslanden dus ook hier. Hij bleek nog drie andere winkels te hebben en veel schooluniformen te produceren. Duidelijk een zaak die goed loopt. Na de rondgang vertrokken we in twee auto’s. We, dat was het gezelschap dat ook gisteren bij het eten aanwezig was. Ik genoot van het prachtige landschap en hoop hier ooit te kunnen wandelen met mijn bagage in de rugzak. Wij stopten bij een restaurant dat idyllisch ligt in de bocht van een rivier. Ik nam een steen mee ter herinnering.
Binnengekomen overkwam ons de meest decadente maaltijd die ik tot nu toe hier meemaakte. Ik vroeg me dan ook af wat er op die manier afgekocht werd en ik werd onpasselijk: we kregen eerst een vleesschaaltje, frites en sla. Bij de borden stond teveel bier en wijn. Als het hierbij gebleven was, was er niets aan de hand maar daarna kregen we vis. Een heerlijke vis die ik uit beleefdheid voor de helft op at. Maar ook toen was het niet voorbij. Ik bedacht dat in dit land zoveel mensen amper of niet rond kunnen komen.Weer kwamen er twee vissen op tafel. Ze zagen er heerlijk uit maar ik hoefde niets meer. De Albanezen aten ze lekker op en wie denkt dat het toen over was, heeft het fout. Als laatste gang kwam er nog kalkoen. Ik snap niet waar ze het lieten. Een dergelijke maaltijd hoef ik niet nogmaals mee te maken. Piet, Janpier en Vivienne hadden het er ook moeilijk mee, maar gelukkig hebben wij ons niet overeten en ook niet teveel gedronken. De vader van Daniël rekende alles af. Waarom?
Tijdens deze maaltijd begon Vjollca Devolli opnieuw over de vraag waarom zij niet persoonlijk uitgenodigd was en door ons op de hoogte was gebracht van onze komst. Ik legde nogmaals uit hoe dat gegaan was. Ik heb alleen maar gedacht en niet gezegd dat zij nota bene in april naar Utrecht meegekomen was zonder door ons uitgenodigd te zijn en ik zei ook niet dat ik vond dat de school haar op de hoogte had moeten brengen. Daarna vertelde zij dat ze net bij de Nederlandse ambassade geweest was omdat zij onze Koningin Beatrix volgend jaar zal begeleiden langs de scholen.

Terug naar de stad. Daar namen we een kijkje in de privé-sportschool van Ligor. Daar lag een boek dat wij hem gestuurd hadden met instructies over circustechnieken. Tot mijn vreugde zag ik dat het stuk gelezen was. Onze moeite lijkt echt niet voor niets.
Hierna werden we mee genomen naar het ouderlijk huis van Daniël. Nee niet nog meer, dachten we. Maar dit pakte anders uit. Naast de volle tafels met snoep en fruit werden we vooral getrakteerd op een video-opname. Het was een uitzending op de regionale televisie waarin zij vertelden over hun reis naar Nederland. Werkelijk een erg positieve en leuke reportage. Er waren stukken eigen videomateriaal maar ook delen uit het Nederlandse Jeugdjournaal. Heel erg duidelijk dat ze behoefte hadden gevoeld om hun ervaring aan het volk te tonen.
Hier ontstond weer een gesprek over hun toekomst. Wij hielden dit af. Eerst zien op maandagochtend wat er gebeurd was.

Terug naar het theater. Piet en ik liepen een deel van de weg om even uit te waaien.
De voorstelling van vanavond werd gespeeld door het Nationale theater van Macedonië en heette “Heroic tragedy” van L. Seneka. Een voorstelling over emoties, gespeeld door twee acteurs. Wij begrepen er niets van. Vooral het beginbeeld vonden we mooi evenals de muziek. Na afloop bleek ook het publiek niet onder de indruk.
Terug naar het hotel. En zoals je kunt begrijpen, hadden we geen behoefte aan eten.

10 december 2001
We ontbeten in het hotel wederom met de heerlijke jam en kaas van hier. Misschien wel een suggestie voor Albert Heijn.
Daarna uiteindelijk toch naar de Skholla 8-Vjecare "Sulë Misiri". We werden direct meegenomen naar de gymzaal. De vloer was nog steeds niet om aan te zien. De kinderen krijgen vast met enige regelmaat splinters in hun voeten of handen, maar blijkbaar beïnvloedt dat de sfeer niet. We zagen indrukwekkende vooruitgang. Mijn eerste indruk werd door Piet en Janpier bevestigd. Nadat we alles bekeken hebben, wilden Elida en Ligor ons mee naar boven nemen maar, pech voor hen! Wij wilden namelijk contact met de kinderen. Piet en Janpier gaven ze allerlei aanwijzingen. Hoe kan je je techniek verbeteren, hoe kan je je kunstje uitbreiden, enz. Knielen op het koord, diabolo om je been heen, dansen met de éénwieler, etc. Een en al aandacht en enthousiasme. Hopelijk blijft dit nog lang in stand.
Ik had met Janpier nog even contact over de theaterkant. Janpier zei dat het in hun cultuur niet past om applaus te halen als het niet perfect is. Ik vind dit jammer want het haalt een deel van de speelsheid af. Laten we maar afwachten wat de toekomst brengt. Applaus halen en het geheel verpakken in theaterelementen is één van de dingen waarvan ik denk dat het toegevoegde waarde voor de kinderen heeft.
Dan toch nog even naar boven. We kregen thee aangeboden en, zoals we verzocht hebben, een kopie van de video die we eerder bij Daniël thuis hadden gezien. Ook kregen we alle vier een cadeautje in de vorm van een pakketje kleding, geschonken door de vader van Daniël. Ik kon niet nalaten me af te vragen wat toch de achtergrond was van deze cadeau-overdaad.
We zeiden nog dat ze echt goed bezig zijn en dat we als ondersteuning daarvan onze eigen hoge éénwielers zouden achterlaten. Ik nam me voor om hier na afloop van het tournee nog subsidie voor te vinden. Ze reageerden niet enthousiast. Meteen werd de vraag gesteld of ze dan voor de school waren. Wij zeiden dat ze hoorden bij alle andere circusmaterialen en dat ze zolang ze gebruikt worden, hier zijn. Ook vroegen ze om loopkogels. Ik zei dat we die, gezien het gewicht, nooit vervoerd zouden krijgen maar ik ga ervoor zorgen dat ze een bouwtekening krijgen. Ook zouden ze graag willen dat de Utrechtse kinderen van Circus Jopie naar Albanië komen om met hen te werken. Misschien een idee om eens te verwezenlijken, het lijkt mij inderdaad erg functioneel en leuk. Bovendien denk ik dat ik er wel achteraan wil dat zij mee kunnen doen aan een internationale kindercircusontmoeting. Dit zal hen zeker stimuleren om door te gaan.

Na het bezoek aan de school gingen we terug naar het theater. Helaas weet ik niet wat de titel van de voorstelling was, die we daar zagen, omdat hij niet in het programma staat. Het was een filosofische voorstelling met een mooi toneelbeeld. Gedreven spel.
Daarna troffen we Aduard Çala, de poppenspeler. Twee jaar geleden bleek zijn geluidsinstallatie gestolen. Ik had gezorgd voor een subsidie waardoor hij een nieuwe kon kopen. Vol trots liet hij die zien. Het leuke van zijn manier van werken is dat hij de enige is die we ontmoet hebben die ook naar zijn publiek toe gaat. Naar scholen, naar plaatsen in de wijken. Hij werkt ook met kinderen en volwassenen. Hij wil ze graag het poppenspel leren dat gebeurt ook. Vandaar dat het niet zo ernstig is dat het dak van het poppentheater lek is, hoewel hij daar na een reparatie op vaste tijdstippen zou kunnen zijn. Wie weet wordt ook dit probleem ooit opgelost. Het was mooi om te zien hoe hij genoot van zijn nieuwe installatie. Van het geld, had hij uiteindelijk ook nog een computer gekocht waarop hij nu zijn muziek en de scènes van tevoren kan voorbereiden. Hij is er echt gelukkig mee. Toch fijn dat je met zo’n kleine energie-investering iemand zo op weg kan helpen.

We gingen even naar het hotel voor een middagslaapje. Ondertussen waren we allemaal goed door onze energie heen.
Toch werden we om 15.30 uur weer opgehaald, ditmaal voor een bezoek aan Baskim en zijn gezin. Heerlijk om op zo’n andere manier echt welkom te zijn. Ik voelde me hier meer dan thuis. Een mandarijntje, een paar koekjes en aandacht, dat is wat ze ons gaven. We hadden er leuke gesprekken over het leven van alledag. Ook bleek dat ze binnenkort telefoon kregen: “dan kan Luty naar Nederland bellen en door jullie gebeld worden”. Ik hoop dat ze er niet te hoge verwachtingen van hebben. De moeder van Luty werkt op een lagere school en verdient net genoeg om hun maandelijkse behoefte aan fruit te betalen. Is telefoon dan niet een te grote luxe?

Ik belde met mijn mobiele telefoon naar het staatscircus in Tirana en vroeg of we morgen een kwartiertje langs konden komen. Zij reageerden meteen dat dat erg leuk was en vroegen of we niet om tien uur al konden komen zodat we samen met hen konden werken. Later bleek dat Adonis ook al contact met ze had gehad, dat is natuurlijk erg attent van hem.
We konden geen afscheid nemen. We kregen nog koffie aangeboden maar daar was echt geen tijd meer voor. Wij naar beneden, op weg naar het theater. Helaas sloeg de motor niet aan. Het moest een keer gebeuren. De volkswagenbus gaat al jaren mee. Baskim de motorkap in, rommelde wat, wij duwden de auto aan en weg waren we! Gelukkig. We kwamen tijdens de eerste scène van de voorstelling binnen. Werden snel naar onze stoelen geholpen en genoten van de voorstelling van Teatri Skampa zelf. Het was “The quarto” van David Greig. Een gewaagd stuk voor hier maar absoluut geslaagd. Mooi vormgegeven met schimmenspel en mooie live-muziek. Eindelijk een voorstelling waarbij ik de taalbarrière te nemen vond. Een paar aanwijzingen en ik wist genoeg.
Na afloop had ik een gesprek met één van de diva’s. Zij was het duidelijk niet met me eens. Zij vond dat dit stuk niet te begrijpen was voor een popcornverkoper. Dus niet goed. “Theater moet voor iedereen zijn”.
Daarna FEEST.
Een swingende band en wij voelden ons inmiddels zo thuis dat we volop meededen. Helaas wilde Luty niet meedoen. “Dat hoort niet”, dus zij heeft zich hopeloos verveeld. Blijkbaar mag een vrouw van 21 jaar pas meedoen als ze een vaste vriend heeft. Adonis zat apart. Hij deed niet mee. Was hij moe of had het iets te maken met de toekomst? Was dit het begin van zijn afscheid hier? Hij wil ook graag naar het Westen komen om conferenties te bezoeken, hij had ons gevraagd of we hem wilden waarschuwen als we iets van zijn gading tegenkomen. Terug naar het hotel waar we allemaal graag naar bed gingen en uitkijken naar de dag van morgen. Weer iets nieuws: naar het circus en het weeshuis.
Spannend.

11 december 2001
We reden naar Tirana. Onderweg genoot ik van het landschap. Albanese dadels, overweldigende natuur, mooie erosie. En daartussen zagen we overal auto’s rijden van alle mogelijke hulporganisaties. Dit land wordt zo gesteund. Het zou er bovenop moeten kunnen komen. Zou het een goed idee zijn als er meer werd samengewerkt? Of is het juist wel goed dat elke organisatie op zijn manier ondersteunt? Ik sprak iemand die gewoon geld komt brengen en dan weer weg is. Mij lijkt het niets maar misschien biedt de pluriformiteit juist wel de mogelijkheden voor de toekomst. Ondertussen daalden we af naar Tirana, reden we de smog van alle generatoren in. Als kapper, tandarts of ijsverkoper moet je wel. Elke winkel zorgt voor zijn eigen stroom.
Na wat zoeken vonden we het circus. Eerst naar het kantoor voor een eerste kennismaking met de directeur. Wat een hartelijkheid. Vroeger, dat is tot 1991, trokken ze het hele land door en speelden ook in Karlsruhe, Frankfurt, Grenoble, Italië en zo verder. Natuurlijk trokken ze ook Albanië rond. Daarna was het geld er niet meer voor. De tent ging kapot. Ze hadden alleen nog maar geld voor een goedkopere eigen versie. En die staat nu ook op instorten. Ze spelen op zondag nog twee openbare voorstellingen en op maandag een keer voor scholen. Helaas zonder licht omdat het dak openligt. Theaterlicht voegt niets meer toe. Hij verwacht dat ze in januari geld van de gemeente zullen krijgen om een nieuwe tent te kopen. Het is ze gegund. Na het gesprek met de directeur liepen we rond. We zagen een prachtige jongleeract, zagen kinderen keihard trainen en gingen naar beneden waar in de ijskou geoefend werd op de trampoline: ze sprongen in strandstoelen die hooggehouden werden op steigerbuizen. Materiaal waar ik de rillingen van kreeg, in negatieve zin, maar een doorzettingsvermogen waar ik ook de rillingen van kreeg, dat in positieve zin. Ik hoop dat ze hier nog lang mee doorgaan.
Toen sprak de directeur me aan. Ik dacht, het is weer zo ver. Een vraag naar materiaal. Maar nee nu nog niet. Hij had behoefte aan een offerte. Geld voor een tent zou hij krijgen maar hij weet geen goede tentenmaker. Ik zeg hem toe daar achteraan te gaan. Voor mij echt een makkelijke vraag.
Ondertussen bleken de trappers van de hoge éénwielers weg. Het zal ook eens niet zo zijn. Dus ik op weg met de trainer van de jongleurs langs fietsenmakers. Natuurlijk was het ook nog een afwijkende maat. Uiteindelijk ging hij alleen verder en kwam terug met de twee trappers. “Goed hè?” Nu bleek dat we ook nog twee verschillende trappers nodig hebben. Dus hij weer op weg. Later durfde hij mij te vragen of ik aan jongleerfakkels kan komen. Hij had er drie zelf gemaakt maar dat jongleert niet plezierig. Ik zei niets toe maar overlegde wel met Piet en Janpier.
Er werd veel uitgewisseld. Piet en Janpier werkten enthousiast met de jongleurs en later met de acrobaten. Mooi om te zien. Iedereen genoot.
We vertrokken daar veel te laat. Eigenlijk ook te laat om nog te eten. Janpier wilde wel ergens eten, Piet had de rust daar niet voor en ik ook niet, had het gevoel dat het dan die middag niet goed zou lopen. Uiteindelijk kochten we iets in een stalletje op straat.

Daarna snel door naar het weeshuis “Shtëpia e Fëmijës Zyber Hallulli” waar we ’s middags om 5 uur zouden optreden. Het weeshuis werd financieel onderhouden door "Hope for the world". Adonis regelde dit optreden op ons verzoek. Wij wilden in Tirana optreden voor kinderen die daar iets aan zouden hebben. We keken eerst waar we konden spelen. Dat bleek een voor Albanese begrippen prachtige zaal. Laten we zeggen een Nederlandse toneelzaal bij een buurthuis, maar dan met kapotte ramen, waar maar helft van de verlichting werkt en een vloer ligt die misschien ooit geverfd is geweest. Ik controleeder ik hem op los zittende spijkers. Toch waren we erg tevreden over de ruimte.
Het optreden ging eigenlijk de mist in. Op het laatste moment bleek de muziek in Elbasan gebleven te zijn. Dus werd er ter plaatse nog wat bij elkaar gezocht maar dat werkte niet echt. Het was te zien tijdens de show. Ook de kinderen waren nu niet helemaal wat wij voor ogen hadden. Natuurlijk gun je het iedereen maar deze kinderen hadden het relatief niet slecht. Hun slaapkamers waren wel koud (ook hier geen verwarming), maar zagen er verzorgd uit. Bij de voorstelling waren een aantal artiesten van het staatscircus aanwezig. Dat was natuurlijk erg leuk. Hebben zij ook een “Legendarisch Ko en Lou” gezien. Na afloop van de voorstelling gaven wij hun de zes fakkels. Natuurlijk waren ze hier uitermate blij mee, maar vroegen toen wel direct om meer materiaal. Niet onterecht want ze maken inderdaad een mooie show met weinig middelen. Zou het iets zijn voor een benefiet in Nederland?
De directeur van het weeshuis bedankte ons wel maar verdween vervolgens en nam niet eens afscheid. Dat voelde minder goed.

Op de terugweg naar Elbasan zeiden we tegen elkaar dat alleen al onze aanwezigheid hier een enorme stimulans is. We merkten vanochtend in het circus hoe ze gestimuleerd werden om te ontdekken. En hoe artiesten in het theater voortdurend met ons wilden praten.
In het hotel kwamen we eindelijk tot rust, maakten wat gekkigheid en doken voldaan het nest in. Dit in de wetenschap dat we morgen zouden terugreizen en dat thuis het gewone hectische leven snel weer zijn loop zou nemen.

12 december 2001
Afscheid nemen. Eerst in het hotel, dan naar Teatri Skampa. Mee naar een café. Echt een warm afscheid.
Ik praatte met Dhimosten na over dit geslaagde festival en over de plannen voor volgend jaar. Waarschijnlijk wordt het thema: “Albanese verhalen”. Daar is geen plaats voor ons. Ik zei dat ik misschien wel gewoon wil komen. Daar reageerde hij erg enthousiast op: “ Zou heel erg fijn zijn!” Toen kwam ter sprake dat wij contact hebben met Eduard. Dat hij voor ons Albanese verhalen in het Engels zal vertalen en dat wij daar misschien iets mee gaan doen. De ogen van Dhimosten begonnen te twinkelen. Dat zou prachtig zijn: jullie manier van werken tijdens een festival met alleen maar Albanese groepen en dan met een Albanees verhaal!
Op de valreep vroeg ik Dhimosten hoe hij de samenwerking met Alex Le Mat vind. Hij zei dat hij zich erg gesteund voelde en erg nieuwsgierig was of de nieuwe cultuurnota aangenomen zou worden. Dan kan hij zijn theater beter gaan organiseren. Nu moet hij alle inkomsten nog afdragen. Dat stimuleert totaal niet. Dan zal hij met de entreegelden weer initiatieven kunnen gaan ontplooien.

Wat blijft er over van alle mooie momenten hier. Komen die pas weer terug als we volgend jaar weer mogen gaan? In elk geval liggen er genoeg vragen van diverse kanten om mee aan het werk te gaan in Nederland. Gaan wij een Albanees sprookje bewerken? Gaan wij volgend jaar terug? De tijd zal het leren.


Naschrift.
Terug in Nederland realiseer ik me voortdurend dat het succes van deze onderneming toch echt veroorzaakt wordt doordat we bij herhaling teruggingen.
Dat werd ook bevestigd door een fax die we ontvingen van Teatri Skampa.
Graag neem ik de tekst hier over:
“ Honourable friends!
Please accept the best wishes from the bord of “Skampa” Festival.
We express our gratitude and our thanks in the address of your troupe.
Your participation in the Festival not only was a valuable contribution in improving this theatric competition but also another chance to know each-other and create stronger friendship relations on the basis of the exchange of values, experiences and ideas.”

Daarnaast opende ik de brief met de subsidietoekenning door het Fonds voor de Podiumkunsten. Zij schrijven daarin:
“ De commissie is positief over uw aanvraag, die in haar ogen zeer enthousiasmerend is.
Zij heeft veel waardering voor het werk dat de aanvrager doet voor de Albanese kinderen, dat in haar ogen naast de artistieke waarde een groot sociaal maatschappelijk aspect heeft.”

Hier heb ik even niets meer aan toe te voegen.
Bedankt voor het lezen en natuurlijk ben ik altijd benieuwd naar reacties of het delen van ervaringen.

Piet van de Camp